Ik ben 17 januari 2009 vertrokken voor een week naar Jigokudani Nationaal Park in Japan.
Ik heb daar de sneeuwmakaken gefotografeerd. Ik was in goed gezelschap van Maarten en Jasper Doest. Het is voor mij een dubbel bijzondere reis, daar het al heel erg lang geleden is dat Maarten en ik samen weg zijn geweest. Daar Esther heel lief aanbood om op onze poezenbeesten te passen kon het worden gerealiseerd. Jasper was onze reisleider en chauffeur. Tja dat hebben we geweten, maar daar over later.
Best een beetje zenuwachtig, na alle voorbereidingen sloot ik in de ochtend van 17 januari eindelijk mijn koffer. Alle dikke, sneeuw en koude beschermende kleding was ingepakt. Toch heb ik erg minimaal ingepakt, daar al die dikke kleding veel gewicht inneemt.
We werden door Linda naar Schiphol gebracht alwaar wij met het vliegtuig naar Narita airport in Tokyo vlogen. Vanaf nu vertel ik je het verhaal in de tegenwoordige tijd. Het is 10,5 uur vliegen, maar er is ook genoeg te doen in het vliegtuig. Er zit een schermpje in je stoel om films en spelletjes te spelen. We komen de tijd wel door. Slapen lukt me niet erg.
We vliegen over Siberië. De foto hierboven is net een kunstwerk. Deze is gemaakt boven Rusland.
En dan een stuk over zee naar Japan. Dit is de westkust van Japan met prachtige bergen met sneeuw. In een vergelijkbaar gebied ligt ook het Jigokudani Nationaal Park. Ik kijk mijn ogen uit. We naderen Tokyo vanaf de oostkust.
We rijden na een half uur, vanaf de luchthaven, door Tokyo heen. Wat een stad. Er lijkt geen eind aan te komen. We hebben een Japanse Tomtom in de auto en de mevrouw verteld ons waar we heen moeten rijden, maar dan wel in het Japans. De autotocht zal ruim 4 uur duren. Jasper denkt dat de tijd korter is. Tja dat had ook best gekund, ware het niet dat langs de kant van de weg allemaal bordjes met een limiet van 80 km p/u staan. En zoals wij gewend zijn tuffen we met onze Nissan Cube gewoon 100 km p/u. En dat gaat ook echt een tijdje goed totdat we ingehaald worden door een politie auto. We moeten volgen en op een parkeer plaats moet Jasper mee de politie auto in. Maarten en ik blijven achter in de auto. Daar de agenten geen Engels verstaan en praten en Jasper de Japanse taal niet machtig is blijft het bij een waarschuwing; Low Speed. En dat doen we dan maar. Ja en dan gaat de tocht toch echt 4 uur duren.
Onderweg kopen we nog iets te eten en drinken, want het ziet er naar uit dat we pas laat gaan aankomen bij de Ryokan (traditioneel Japans gasthuis) Na het plaatsje Nagano begint ineens de sneeuw. We rijden nu door de bergen en passeren vele tunnels en tolpoorten. Het is al donker als we Nakano inrijden. Dat is het laatste plaatsje voor we de auto op de parkeer plaats op de berg gaan neerzetten. We proberen nog een eind naar boven te rijden, maar helaas, de sneeuw belet ons verder te rijden. Dus wordt alle bagage uit de auto gehaald, de spikes onder gebonden en beginnen we aan een slopende tocht de berg op.
Het is pikkedonker. Het weggetje is niet veel breder dan een meter, met links het ravijn en rechts af en toe een watertje. Je kan er niet verdwalen, er is maar 1 weg naar boven. Maar door de sneeuw is het glad. Het gaat ook nog sneeuwen onderweg. We verdelen de bagage zo goed mogelijk en stoppen vaak even om uit te rusten. We doen er iets langer over dan de 40 minuten die er voor staan. Maar dat kan ons weinig schelen. Als we maar boven komen. En ineens zie je dan lichtjes in de verte door de bomen. Dan krijg je nieuwe kracht. De Ryokan is in zicht. Wat een avontuur. Onze reisleider weet ons wel te verrassen.
De Ryokan is een houten huis met allemaal kamers en hoge trappen. Ondanks onze late aankomst wordt er nog een diner voor ons klaargemaakt. Dat is zeer welkom. We zijn moe en hebben best trek gekregen van de klimpartij. Onze kamer ziet er heel leuk uit. Alles gebeurt hier op de grond. Lage tafel met grondstoeltjes met een kussen erop. De bedden bestaan uit twee heel dunne matjes. En de deuren zijn van papier. Je krijgt slippers aan en je schoenen blijven beneden bij de deur. De slippers doe je weer uit in het voorhalletje, want in je kamer mag je weer niet op slippers lopen. En als je naar het toilet wilt moet je voor de deur van slippers ruilen. Er staan daar weer slippers met toilet erop.
Het is op de gangen niet erg warm, maar de toilet bril is verwarmd. De enige luxe die je hier vindt. De kranen hebben alleen koud water en die moeten altijd open blijven staan, anders bevriezen de leidingen. Een douche kennen ze niet, maar wel hele warme baden.
Het diner bestaat uit allerlei kleine hapjes in een eigen bakje, kommetje of bordje. Ook is er een groot bord waar vlees en groente op ligt. Dit moet je nog zelf klaarmaken. Een soort fondue. Het is allemaal traditioneel Japans. Je eet met stokjes. Soms krijg je een klein houten lepeltje voor de soep. Maar volgens traditie wordt deze vaak gedronken met veel geslurp.
Van niet alles kunnen we de identiteit achterhalen, maar we proeven alles. Het is hier wel paddestoelen troef, dus een echt land voor mij.
Ook Maarten weert zich dapper. Er is dan ook genoeg om uit te kiezen. Van zalmmoot tot wild zwijn en van gefrituurde groenten tot witte plak rijst.
En als lekkernij gecaramelliseerde krekeltjes. Dat is even wennen. Gaan we het echt proberen.....En ja ik heb ze iedere maaltijd opgegeten. Je moet er niet bij nadenken en gewoon eten. Ze smaken een beetje melig en zoet.
We zijn nu eenmaal in Japan en dan ga je mee met de flow.
Ook deze kleine visjes? smaken best. We kijken soms bij onze Japanse buren af hoe bepaalde dingen gegeten dienen te worden. Japanners zijn een vriendelijk volk en ze willen je echt helpen. Ik heb al de oude eigenaar van de Ryokan in mijn hart gesloten. Hij ziet er oud uit en heeft een verweerd gezicht, dat altijd lacht. Hij weet met gebaren en uitbeelden je duidelijk te maken wat je eet.
Op de kamer ligt ook een Kimono klaar met jasje. En we besluiten dan ook om ons s 'avonds aan tafel zo te kleden. Tenminste als we niet te moe zijn. Soms zijn we al om 20.00 uur gaan slapen.
En ook het ontbijt is zeer Japans met salade, die overigens heerlijk is. Soep met paddestoelen, een ei dat net gekookt was maar nog heel zacht. En dan zit je met je stokjes in de hand te bedenken hoe je dat nu gaat doen. Even afkijken bij de buurtafel...wat blijkt je tikt het kopje eraf en je slubbert het ei leeg. En natuurlijk weer de witte rijst en de groene thee.
Na een paar dagen beginnen we aan de smaak te wennen en het zelfs te waarderen. We voelen ons al een beetje Japans.
En dan na het ontbijt gaan we naar de makaken. Ze maken je smorgens vroeg al wakker doordat ze over je dak rennen en ruzie maken. Het is weer eens iets anders dan een mereltje in de tuin.
Na het ontbijt volgt een korte klim naar nog hoger op de berg. Op de achtergrond onze Ryokan. De klim is dan niet zo lang maar na vijf dagen voel ik mijn knieën toch behoorlijk. Vooral de lange trap tegen de berg op is slopend. De sneeuw maakt het er niet makkelijker op. Maar we weten dat er een beloning wacht. De heet water pool met hopelijk makaken erin.
En we treffen het. Vooral de eerste ochtend is het nog redelijk rustig. De makaken hangen lekker te relaxen aan de rand van de pool. Ze vlooien elkaar en je ziet sommige echt wegdommelen in het warme water.
Het water is zo'n 50 graden. Er boven is het tegen het vriespunt. Wat een temperatuurverschil. We genieten van het schouwspel en maken veel foto's.
Je moet goed bedenken dat dit wilde apen zijn die in de ochtend vanuit de bergen naar de warmwaterbronnen komen. En tegen de avond weer de bergen intrekken om daar een veilige schuilplaats te vinden. We vragen ons af of ze in bomen slapen of misschien in grotten.
Ze hebben behalve de mens maar één natuurlijke vijand, de wolf. Maar deze is nu zo zeldzaam geworden in Japan dat ze daar eigenlijk niets meer van te vrezen hebben.
Je kunt de makaken heel dicht naderen. Maar laat ze niet schrikken dan kunnen ze je krabben en dat leidt zeer waarschijnlijk tot een infectie. Ook moet je ze niet recht in de ogen staren. Dat kan leiden tot een agressieve reactie met bijten tot gevolg. Ik zag een makaak met een grote schouderwond. Ze verwonden elkaar ook flink als er ruzie is. En daar wil jij zelf geen deel van uitmaken. Je kunt beter even wegkijken als een makaak naar jou kijkt. Wat wel mooi is, is dat jij door je lens hun wel kan aankijken. Ze hebben dan niet in de gaten dat jij naar ze kijkt. Ze vinden het helemaal niet erg dat je hen fotografeert, maar geef hen wel de ruimte. Je bevindt je tenslotte in hun leefgebied. En daar gelden hun regels.
Hier maak ik een filmpje van hen met de Ixus.
En wat zien ze anders uit als ze uit de pool komen. Alles druipt en de vacht is niet zo pluizig meer. Alleen de kop, die ze vaak boven water houden is nog lekker fluffy. Het is spekglad langs en op de rotsen om de pool. Het water stroomt er vaak overheen en de algengroei en soms ijsvorming maken het lopen over de rotsen een hele toer. Ik zag ook een makaak uitglijden toen hij een sprintje trok, omdat hij werd achterna gezeten door een ander. Ik moest er ook aan geloven de eerste dag. Daarna wordt je nog voorzichter. Je loopt tenslotte ook met fotoapparatuur in je handen.
Soms zijn ze erg nieuwsgierig en kijken je recht in de lens.
Ik ben erg weg van de kleintjes. Ze zijn heel koddig. Maar ook ondeugend. Ze stoeien met elkaar en krijsen soms heel hard, waardoor er meestal wel een oudere makaak de ruzie komt beslechten. Vaak zijn dit de moeders van het stel.
De allerkleinsten, die in het voorjaar van 2008 zijn geboren worden nog gezoogd. En waar kan dit nu fijner dan in een warm bad.
En de wat opgeschote jeugd stoeien en spelen in het water. En wat mij nog het meest verwonderd...ze zwemmen en duiken in het water. Ze trekken elkaar onder en daarna schudden ze hun kop om het water uit de haren en oren schudden. Ik vind dit een zeer vermakelijk spel.
Soms bedenk je de avond ervoor wat voor plaat je wilt maken de volgende dag. Een wensplaat van mij was een kletsnatte makaak die net uit het water komt te fotograferen. Maar soms mis je de kans omdat ze van je af lopen. En dan heb je het nakijken en hopen op een nieuwe kans. We hebben ook wel bij de pool gestaan terwijl er helemaal geen makaken in zaten. Ze waren dan op zoek naar het schaarse voedsel dat er te vinden is onder de sneeuw.
Maar het staat vast, we genieten. Waar we de foto's ook maken het is altijd leuk om terug te kijken wat de ander heeft gemaakt om weer nieuwe ideeën op te doen.
Dit is een plaatje die de webcam die er staat heeft gemaakt. We weten dat die er staat, maar we hebben er maar weinig erg in. Het thuisfront die wel de webcam in de gaten heeft gehouden via internet, kwam met het volgende; Jullie staan er steeds met je rug naar toe. Dat klopt, het gebeurt dan ook in de pool. Hier zijn we er speciaal voor gaan zitten. En het is gelukt.
Iedereen alvast bedankt voor het opslaan van de plaatjes van de webcam.
Toch wel grappig om dit thuis terug te kijken.
Maar we staan niet alleen bij de pool. Er is in de omgeving nog zoveel te fotograferen. En dan lig je in de meest rare houdingen om bijvoorbeeld het eten zoeken op de plaat vast te leggen. De kleintjes die het meest brutaal zijn komen jou dan ook onderzoeken. Je bevindt je hier helemaal in hun terrein, dus wees voorbereidt op een ruzie tussen de makaken onderling. Ik zat eenmaal in de sneeuw te fotograferen toen er naast en achter mij een gevecht werd beslecht tussen de volwassen mannen. We hoorden van een parkwachter dat er twee verschillende groepen makaken zijn die af en toe een geschil hebben uit te vechten. De kleintjes dat gaat nog wel, ook al trekken ze je soms aan de jas en laten hun vervaarlijk scherpe tandjes zien. Maar volwassen mannen hebben een dodelijk gebit. En daar wil je niet mee te maken krijgen. Ik heb me heel klein gehouden en naar de grond gekeken. En daar zit je dan, toch wel een beetje angstig en ondertussen uitkijkend naar een vlucht route.
Je maakt dan wel heel even duidelijk deel van hun leven uit. Soms heb ik echt alleen maar even zitten genieten op een rustig plaatsje. Alles in je op zuigen om het daarna nooit meer te vergeten.
Dit is een favoriet plaatje van mij. Zo'n kleine hummel in de sneeuw op zoek naar eten.
De allerkleinsten zoeken het bij de mama. En terwijl het leven zijn gangetje gaat, dommelen zij getweeën lekker weg.
De vacht droogt heel snel als ze uit de pool komen. De vacht heeft zo'n dikke struktuur dat ze het ook niet koud hebben als ze nog zo nat zijn.
Ook langs de rivier is er veel te zien. Er is een waterval. En de apen springen vaak over de rivier naar de andere kant.
Naast mij zijn de rotsen te zien waar je op moet klimmen om bij de pool te komen.
Het rode in hun gezicht en aan hun achterwerk is doordat de aderen daar heel erg aan de opervlakte lopen en daardoor dus goed te zien is. In de paartijd wordt het nog feller rood. Het is dus niet van de warmte zoals sommige mensen denken.
Ik vond ook nog twee makaakjes in de boom. Ze waren elkaar aan het vlooien en zaten daar best op hun gemakje.
Een mooie meevaller was dat één van de parkwachters ons wees op een zeer zeldzame geit. De Serow. Deze Serow is bijna uitgestorven en we prijzen ons dan ook gelukkig dat we er één hebben gezien. Je staat versteld hoe hij langs die stijle bergwand kan lopen. Hij knabbelde onderweg aan de twijgen van de Japanse cypres.
En dan kom je na een dag fotograferen moe en nat en vies terug in de Ryokan. Bij een kacheltje kun je je schoenen laten drogen zodat je de volgende dag weer in droge schoenen kan stappen.
En dan na zo'n vermoeiende, maar ozo heerlijke dag kruip je lekker in het verwarmde buiten bad. Helaas hebben we geen bezoek van een makaak gehad, ook al was aan de aanwezige drollen te zien dat ze wel degelijk ook van deze pool gebruik maken. Aan de overkant van het bad staat een geiser stoom uit de aardkorst te blazen. Het bad is daar schuin rechts boven van. We zitten er dan ook in. Jasper heeft de foto van boven af op de berg gemaakt.
Ook al is het dunne matje niet echt comfortabel. Je voelt al je botten. We hebben dan ook de volgende dag alle matjes die we in de kast konden vinden gepakt om op te liggen. En op vier matjes ging het stukken beter.
En deze makaak lijkt zich te verwonderen. Nou ik heb dat zeker gedaan. Het was echt niet altijd makkelijk om de juiste positie te vinden voor een mooi plaatje. Je hebt te maken met wilde bewegende dieren.
Maar ik was ondanks alle ontberingen heel dankbaar dat ik dit mocht meemaken.
Het was echt geweldig.
Ik ga er weer een mooi boek van maken. Maar wilde iedereen die zo heeft meegeleefd met ons even een stukje laten zien van wat we hebben gezien en gedaan.
Jasper heel erg bedankt dat je ons dit hebt laten zien.
We hebben gelachen, we hebben gestonken naar makaken, we hebben geploeterd en gezwoegd maar vooral we hebben genoten.
Ik vergeet dit nooit meer.